PRIVATEN

Aan het einde van beide gangen, beneden in het fort, lagen de privaten. De privaten hadden langs één zijde plasgoten en tegen de andere wand bevonden zich houten planken met een gat en een deksel om het gat af te dichten. De zitplaatsen zijn afgescheiden met een houten schot, tijdens het doen van de behoefte kon een gesprek gevoerd worden met de buurman. Onder het gat bevond zich een geglazuurde koker die met een zwanenhals verbonden was met de fecaliën kelder. De wand van deze kelder was bekleed met geglazuurde tegels. De kelder stond in verbinding met een fecaliën put buiten in de droge gracht. Deze put moest regelmatig geleegd worden. Hiervoor gebruikte men een ton en een kraan waarmee de ton met fecaliën omhoog werd gehesen. De ton werd afgevoerd met een fecaliën kar (strontkar).


Toilets

At the end of both corridors down in the fort were the toilets. The toilets had gutters on one side and against the other because wooden planks with a hole and a lid to seal the hole. The seats are separated with a wooden partition, so you could still talk to your neighbour while doing your business. Under the hole was a glazed tube with a gooseneck connected to the faecal cellar. The wall of this cellar was (is) covered with glazed tiles. The basement was connected to a faeces pit outside in the dry canal. This well had to be emptied regularly, for this one used a ton and a crane with which the ton with faeces was hoisted up and discharged with a faecal cart (shit cart).